Haakpatroon paashaas haken

Pasen staat voor de deur dus we gaan een paashaas haken. Het is een vrolijk gekleurde paashaas geworden die de tafel met pasen graag trotseert. Ook kan je een paashaas haken voor de allerkleinste, want ze is ook nog eens kidsproof! Ik heb zelf een leuk haakpatroon ontworpen en dat vind je hieronder.

Haakpatroon paashaas haken:

Benodigdheden:
Haaknaald 4/5 en haakgaren voor haaknaald 4/5. Perfect om je restjes katoengaren voor de leuke afwisselende kleurtjes te gebruiken. Ik gebruikte Rico Creative Coton garen Aran in de ecru en roze kleur. Rood en het lichte turkooizen kleurtje waren restjes Drops merino garen.

We haken eerste twee poten:
Begin met 3 lossen en haak daarin 12 stokjes. Hierin haak je weer 24 stokjes, dus in elk stokje twee stokjes. Als derde toer haak je de 24 stokjes alleen in de voorste lus, zodat er een rand ontstaat voor de poten. Eindig nog met twee toeren van 24 vasten. Vanaf hier blijven we ook met vasten haken. Haak twee van deze poten.

Het lijf haken:
Vervolgens gaan we de twee poten aan elkaar maken door met 6 vasten deze samen te haken. Je steekt de naald dus door de twee poten en haakt vasten. Maak de toer af door helemaal rond de twee poten te haken. (dit tel ik als toer 1 weer en zijn totaal 37 steken) Haak nu 8 toeren rond met 37 vasten in kleuren naar wens.

Toer 10: Hierna gaan we minderen voor de nek van de paashaas. Haak eerst 1 vaste en minder 1 vaste door er twee samen te haken. Haak dan tweemaal ’10 vasten en minder weer 1 vaste’. Eindig met 8 vasten en sluit af met een halve vaste steeds.
Toer 11: Haak 5 maal ‘4 vasten en 1 vaste minderen’. Sluit af met 4 vasten en een halve vaste.
Toer 12: Haak 6 maal ‘1 vaste minderen en 3 vasten’. Sluit af met 1 vaste minderen, 2 vasten en een halve vaste.
Hierna gaan we weer meerderen voor het hoofd.
Toer 13: Haak 3 vasten en meerder 2 vasten. Herhaal dit nog 5 keer.
Toer 14: Haak 9 maal ‘2 vasten en meerder 2 vasten’. Eindig met 2 vasten.
Toer 15 t/m 23: Haak 38 vasten in kleuren naar keuze.
Toer 24 t/m 30: Haak 3 vasten en minder 1 vaste.
Toer 31: Haak 5 maal ‘3 vaste en 1 minderen’. Eindig met 4 vasten en een halve vaste.
Toer 32: Haak 7 maal ‘1 vaste en 1 minderen’.
Nu moet je de paashaas gaan vullen.. en haak vervolgens 5 maal ‘1 vaste en 1 minderen’. Laat het verder nog even open, want we haken alles dicht tegelijk met de oren ertussen.

De paashaas oren:
Haak 4 lossen en daarin 8 vasten. Vervolgens nog 19 toeren met 8 vasten. Minder bij de laatste toer naar 6 vasten.

Haak nu de paashaas dicht met halve vaste en de oren er direct tussen. Als laatste kan je er nog een pompommetje opzetten als staartje.

Vrolijk pasen! 🙂

Ik hoop dat jullie allemaal vrolijke paashaasjes kunnen haken met dit haakpatroon en ben benieuwd naar jullie resultaat.

Dymphie